Wilma heeft na de zorg voor haar moeder tijd nodig om weer rust te vinden. (Foto: Corinna Romanesco)
Wilma heeft na de zorg voor haar moeder tijd nodig om weer rust te vinden. (Foto: Corinna Romanesco)

‘Je valt wel in een gat, ik ben nu vooral heel moe’

Algemeen 202 keer gelezen

GELDROP-MIERLO – Iedereen krijgt er vroeg of laat mee te maken: mantelzorg. Je wordt mantelzorger of je hebt mantelzorg nodig. In aanloop naar de Dag van de Mantelzorg op 10 november portretteert deze krant een aantal mantelzorgers.

door Martin de Bruijne

Het begon met samen boodschappen doen. Dat werd boodschappen doen voor haar moeder, mee naar het ziekenhuis en steeds meer zorgtaken op je bord krijgen. Drie jaar lang zorgde Wilma van den Heuvel uit Geldrop voor haar moeder Riet Vorstenbosch. Een paar weken geleden overleed Riet. Dat zorgde voor verdriet, maar ook voor berusting en zelfs opluchting.

‘Je wilt aandacht geven aan je moeder, maar ik heb hier ook een huishouden’

“Het is nu achter de rug”, vertelt Wilma. Ze heeft verdriet over het verlies van haar moeder, maar het is goed zo. “Je valt wel in een gat”, zegt ze terugkijkend op drie jaar van steeds meer zorgen.
Drie jaar geleden overleed haar vader Jan. “Toen is het begonnen. Ze deden altijd alles samen, na het overlijden van ons pap kwam moeder nergens meer”, vertelt Wilma. Moeder woonde in Eindhoven, Wilma in Geldrop. En dat werd steeds lastiger. “Ze belde voor elk dingetje op en dan kon ik weer naar Eindhoven rijden. Je wilt aandacht geven aan je moeder, maar ik heb hier ook een huishouden.”
Twee jaar geleden vonden ze een oplossing. Moeder Riet kon verhuizen naar Geldrop, dichtbij dochter Wilma en haar man Wilfried en kleindochter Kelly. “We waren zo blij dat ze naar Geldrop kon.” De zorg bleef, maar het werd wel wat makkelijker. Er was meer tijd voor leuke dingen. Wilma: “We gingen regelmatig een dagje weg en vaak zaten we lekker bij haar op het balkonnetje. Mam ging mee boodschappen doen en we gingen naar haar favoriete slager in Soerendonk. Ze had hier een sociaal leven en deed mee met kienen en andere activiteiten.”

Hometrainer op balkon

Het ging een tijd goed. “En toen kwam corona”, zegt Wilma. De impact was enorm. Alles werd stilgelegd. Riet kwam de deur niet meer uit. Geen bezoek meer, geen uitstapjes meer. Weinig beweging en dus ging de lichamelijke conditie van Riet hard achteruit. “We hebben nog wel een hometrainer gekocht die ze op het balkon kon zetten, maar die heeft ze bijna niet gebruikt. Mam was ook wel een beetje dwars.” Het mantelzorgen werd een steeds grotere belasting. Eerst ging Riet nog met een taxibusje naar de afspraken in het ziekenhuis, later ging Wilma met haar moeder. Het werd steeds meer zorgen. In de gaten houden dat Riet haar medicijnen goed innam, zorgen voor huishoudelijke hulp. Riet is een paar keer gevallen in huis, moest naar het ziekenhuis maar wilde snel weer terug naar huis. “Het ging gewoon niet meer. Ze was niet in staat om naar huis te gaan, want ze kon absoluut niet meer alleen zijn.”
Het waren zware laatste weken. Vroeg opstaan, naar je werk en dan snel naar moeder. Pas tegen het einde van de avond weer thuis, slapen en weer opstaan.Toch zijn er wel een paar prachtmomenten voor Wilma om aan terug te denken. Moeder heeft haar achterkleindochter nog leren kennen. En ze hebben de verjaardag van Riet nog gevierd. Het plan was om mosselen te gaan eten, want daar was ze dol op. “Dat ging niet meer, dus hebben we hier bij ons thuis mosselen gegeten. Ons moeder heeft genoten.”
Vorige maand overleed Riet. Een dubbel gevoel voor Wilma. “Ze zei op het laatst wel eens: als ik er dadelijk niet meer ben dan heb jij rust. Dat klopt ook wel. Deze zomervakantie is naar de knoppen gegaan door de vele zorg. Het is nu achter de rug. Je valt wel in een gat, ik ben nu vooral heel erg moe.”

Een foto van enkele jaren geleden. Riet met haar man Jan, ze deden eigenlijk alles samen.
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant